Zwitsterse Witte Herder
|

|
Informatie
|
|
Herkomst
|
In Canada en Amerika ontstaan ras. Voortgekomen uit witte Duitse Herders; sinds 1933 werd wit niet meer in dat ras geaccepteerd. Vanuit de VS en Canada opnieuw geïntroduceerd in Europa. Al snel werden deze witte honden redelijk populair. In 1991 door Zwitserland als eerste Europese land als ras erkend, daarna door Denemarken. Sinds juni 1992 in Nederland geregistreerd (als Amerikaans-Canadese Witte Herder) en vanaf januari 1998 erkend. De standaard werd in 1997 opgesteld door Zwitserland. De FCI heeft het ras nog niet erkend.
|
Algemeen voorkomen
|
Krachtige, goed bespierde, middelgrote hond met een vloeiende belijning.
|
Schofthoogte
|
reuen 60 - 66 cm, teven 55 - 61 cm
|
Gewicht
|
reuen 30 - 40 kg, teven 25 - 35 kg
|
Vacht
|
Middellang, dicht, goed aanliggend stokhaar of langstokhaar met rijke wollige ondervacht, op het hoofd en aan de voorzijde van de benen korter haar; wit
|
Gebruik
|
Familie- en gebruikshond
|
Gezondheid
|
|
Aard
|
Temperamentvol zonder nervositeit, opmerkzaam en waakzaam, in eerste instantie voorzichtig ten opzichte van onbekende zaken. Vriendelijk naar bekenden, tegenover vreemden gereserveerd, zonder angst of agressie.
|
Bijzonderheden
|
Regelmatig kammen en borstelen, tijdens de rui is een ´herderhark´ handig
|
Bron
|
|