Pumi
|

|
Informatie
|
|
Herkomst
|
Hongarije. De Pumi is ontstaan uitde Puli, Keeshond en een op Briard lijkende herdershond met het vasthoudende karakter van een terriër. Hij is een goede veedrijver, pittige bewaker van het erf en verdelger van ongedierte.
|
Algemeen voorkomen
|
Moedige middelgrote hond met een vrolijke uitstraling, zijn rechtopstaande oren tippen iets en hebben een kenmerkende haarpluim. Zijn ogen hebben een levendige uitdrukking.
|
Schofthoogte
|
reuen 37 - 47 cm; teven 35 - 44 cm
|
Gewicht
|
reuen 10 tot 15 kg, teven 8 tot 13 kg.
|
Vacht
|
De vacht bestaat uit halflange haren die in bosjes bij elkaar staan. Hier en daar zijn de haren wat korter of juist wat langer en krullend. Hierdoor heeft de hond een ongecompliceerd, krullerig uiterlijk. De Pumi komt voor in de kleuren zwart, wit, roodbruin of allerlei tinten grijs.
|
Gebruik
|
Drijver van vee, verdelger van ongedierte, waakhond, gezinshond en voor de hondensport.
|
Gezondheid
|
Fokdieren worden onderzocht op het voorkomen van heupdysplasie.
|
Aard
|
Levendig, zelfstandig, zeer waaks, blaft graag en veel, kan soms eenkennig zijn. Een leuke gehoorzame hond die goed op te voeden is.
|
Bijzonderheden
|
Een paar keer per week moet de vacht geborstelt worden, voor een huishond is het geen overbodige luxe om minimaal 1 keer per jaar zijn vacht te laten knippen. Tentoonstellingshonden worden getoiletteerd.
|
Bron
|
|