Kuvasz
|

|
Informatie
|
|
Herkomst
|
De voorouders van de Kuvasz moeten gezocht worden in de oude herdershonden uit het Oosten en Tibet; dezelfde als die van de Pyreneese Berghond, de Berghond van de Maremmen en Abruzzen en de Tatra. Net als deze rassen, beschermde de Kuvasz de kuddes vee. In de 15e eeuw was de Kuvasz tevens een gewaardeerd beschermer van koningen en edelen. De naam van het ras is mogelijk afgeleid van het Turkse 'kavas', wat bewaker betekent.
|
Algemeen voorkomen
|
Een goed geproportioneerde hond met een uiterlijk dat kracht en adel uitstraalt. Hij is iets langer dan hoog en heeft een aflopende croupe waardoor de hond onvermoeibaar is. De Kuvasz heeft door zijn donkere, vaak trotse ogen een majestueuze uitdrukking.
|
Schofthoogte
|
reuen 71 - 75 cm; teven 66 - 70 cm
|
Gewicht
|
reuen 40 - 52 kg; teven 30 - 42 kg
|
Vacht
|
De dekharen van de vacht zijn een beetje hard, grof en gegolfd. De ondervacht is fijner en wollig. De vacht is golvend van structuur met kruinen en kammen en mag niet vervilt zijn. De kleur is wit maar kan ook ivoorkleurig zijn.
|
Gebruik
|
Bewaker van de kudde en huis/hof.
|
Gezondheid
|
Fokdieren worden onderzocht op het voorkomen van heupdysplasie.
|
Aard
|
Zelfstandig, onafhankelijk, moedig, bewaakt en beschermt zijn omgeving op eigen initiatief, kan gereserveerd zijn tegenover vreemden. Een Kuvasz heeft een sterke leider nodig die hem door geestelijk overwicht de baas is, anders neemt hij de leiding over. Hij zal zich op die personen richten die hem echt leiding geven.
|
Bijzonderheden
|
Het al of niet periodiek verliezen van haar maakt regelmatig vachtonderhoud (borstelen) nodig, zonder dat de voor de Kuvasz typische vachtstructuur hieronder mag lijden.
|
Bron
|
|